Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen dd. 26.10.2018 – Eiser heeft twee minderjarige kinderen met zijn voormalige partner, van wie hij sinds eind 2014 gescheiden leeft. Eiser en zijn voormalige partner hebben na bemiddeling een overeenkomst afgesloten op 18 november 2015. In deze overeenkomst werd voorzien dat de kinderen vanaf inkomstenjaar 2015 “50% fiscaal ten laste van beide partijen” zijn. Voor aanslagjaar 2016 werd door eiser een tijdige aangifte in de personenbelasting ingediend. Daarin werd onder de code 1030 één kind als fiscaal ten laste vermeld. Op 1 januari van het aanslagjaar waren de beide kinderen van eiser ingeschreven op het adres van zijn voormalige partner. Aan eiser werd een bericht van wijziging gezonden met betrekking tot de code 1030, omdat geen van beide kinderen deel uitmaakten van het gezin van eiser op 1 januari van het aanslagjaar. Eiser voert aan dat hij niet op de hoogte was van alle wettelijke verplichtingen en regels, in het bijzonder op fiscaal vlak en bewust een beroep heeft gedaan op een erkend familiaal bemiddelaar, voor een regeling van afspraken met betrekking tot de kinderen inclusief onder meer de fiscale gevolgen. Eiser voert in de namens hem neergelegde conclusies in essentie aan dat de erkende familiaal bemiddelaar hem niet correct of minstens niet op een voldoende duidelijke en volledige wijze heeft geadviseerd. Eiser verwijst als juridische grondslag voor de door hem ingestelde vordering enkel naar het “principe van de rechtsdwaling” zonder enige verdere onderbouwing. De rechtbank stelt vast dat eiser niet heeft voldaan aan de voorwaarden voorzien in artikel 132 bis WIB 92 voor het ten laste nemen ten belope van 50% van zijn kinderen. Deze bepaling is van openbare orde, gelet op het openbare orde karakter van de fiscale wetgeving. Indien eiser van mening is dat hij niet op een afdoende wijze werd geadviseerd, kan hij zich gebeurlijk een vordering stellen ten opzichte van de betreffende adviseur of adviseur. De belastingplichtige kan zich evenwel niet beroepen op de houding van de adviseur waarop hij een beroep heeft gedaan, om de fiscale wet niet te moeten toepassen.
Moraal van het verhaal?
Een familiaal bemiddelaar is geen fiscalist.
Published On: 1 september 2019 / Categories: Belastingen, Directe belastingen, Personenbelasting /