Het nieuw WVV versoepelt de voorwaarden voor de BV waardoor de 20%-regel afgeschaft werd. Onder voorbehoud van een beperking in de statuten is het nu mogelijk om meer dan 20% van de eigen aandelen in te kopen alsook werd de vereiste dat de eigen aandelen binnen de twee jaar moeten vervreemd worden, op straffe van nietigheid, vervangen.

De wettelijke voorwaarden:
  • Een eerste voorwaarde is dat de verkrijging van eigen effecten onderworpen is aan een voorafgaand besluit van de algemene vergadering. Aanwezigheids- en stemvereisten zoals bij statutenwijziging (75% van de stemmen).
  • Het moet gaan om volgestorte aandelen.
  • Aanbod wordt gericht aan alle soorten aandeelhouders aan dezelfde voorwaarden.
  • De inkoop van eigen aandelen is onderworpen aan de balanstest en aan de liquiditeitstest. De vennootschap kan dus maar het aantal aandelen inkopen als haar uitkeerbaar vermogen haar toelaat, gelet op de aankoopprijs van de aandelen (belangrijke consequenties qua hoofdelijke aansprakelijkheid bestuurder).
  • Het maximum aantal in te kopen aandelen en de prijsvork wordt beslist door de AV.
Inkoop geeft aanleiding van uitgekeerd dividend

Hoewel het in principe gaat om een meerwaarde, heeft de fiscale wetgever ervoor gekozen om de inkomsten die een aandeelhouder verwezenlijkt bij een inkoop onder voorwaarden te kwalificeren als een dividend. Vanuit financieel-economisch oogpunt is dit te verantwoorden omdat de meerwaarde vaak terug te brengen is tot een uitkering van binnen de vennootschap gereserveerde winst.

Bij inkoop van eigen aandelen wordt als uitgekeerd dividend aangemerkt, het positief verschil tussen (artikel 186 WIB 92):

  • de verkrijgingsprijs of, bij ontstentenis daarvan (nl. ruiling), de werkelijke waarde van die aandelen; en
  • het gedeelte van het werkelijk gestort kapitaal dat door de verkregen aandelen wordt vertegenwoordigd, waarbij dat gedeelte in voorkomend geval wordt gerevaloriseerd met de coëfficiënten bedoeld in artikel 2, § 1, 7° WIB 92

Het tijdstip waarop een dividend moet worden weerhouden, is het jaar waarin de naar aanleiding van de inkoop aangelegde onbeschikbare reserve door de vennootschap wordt afgeboekt (en dus niet bv. het jaar waarin de aandelen van rechtswege ongeldig worden).

Ontstaan van de belastbaarheid

De inkoop wordt behandeld als een gewone aankoop van aandelen, die geen impact heeft op de vennootschapsbelasting. Op het actief van de balans wordt het ene actiefbestanddeel (liquide middelen -mogelijk: meteen beschikbaar / na verkoop vast actief / na financiering) immers vervangen door een ander (de waarde van ingekochte eigen aandelen) terwijl op de passiefzijde de vermindering van de reserves voor eenzelfde bedrag wordt gecompenseerd door het aanleggen van een onbeschikbare reserve.

Het uitgekeerd dividend is weliswaar in principe belastbaar op het ogenblik van de verkrijging van de eigen aandelen (artikel 186, eerste lid WIB 92), maar wanneer de aandelen vóór de ontbinding van de vennootschap worden verkregen onder de voorwaarden gesteld in het WVV terzake, wordt het voornoemde verschil slechts als een uitgekeerd dividend aangemerkt (en dus belastbaar) op het moment dat er een vermindering is van het eigen vermogen van de vennootschap.

Deze momenten staan opgesomd in het WIB (artikel 186, tweede, derde, vierde en vijfde lid WIB 92), en zijn:

  1. wanneer en in de mate dat op de verkregen aandelen waardeverminderingen worden geboekt;
  2. wanneer de aandelen worden vervreemd, in de mate dat de verkoop van die aandelen leidt tot een gerealiseerde minderwaarde (verschil in min tussen de vervreemdingsprijs en de verkrijgingsprijs of de waarde en rekening houdende met eventueel al belaste waardeverminderingen, bedoeld sub a);
  3. wanneer de aandelen worden vernietigd of van rechtswege nietig worden;
  4. en uiteraard, uiterlijk bij de ontbinding van de vennootschap,

waarbij in de sub b, c en d, hiervoor, bedoelde gevallen, het uitgekeerd dividend wordt verminderd met de al voorheen geboekte en belaste waardeverminderingen (zie sub a).

Fiscale gevolgen in hoofde van de inkopende vennootschap

Afgezien van de in te houden en verschuldigde roerende voorheffing, brengt de winstuitkering ingevolge de inkoop van eigen aandelen niet automatisch een belastingheffing in de vennootschapsbelasting met zich mee.

Geen belastingheffing bij aanrekening op belaste reserves

Immers, in de mate dat zij wordt gecompenseerd door een evenredige opname van belaste winsten of belaste reserves, houdt de verkoop enz., van de verkregen eigen aandelen in hoofde van de verkrijgende vennootschap een nuloperatie in op het niveau van de gewone vennootschapsbelasting. De dividenduitkering wordt gecompenseerd door een afname van de reserves.

Hetzelfde geldt wanneer waardeverminderingen worden geboekt op de ingekochte eigen aandelen, of nog, deze worden vervreemd met een minderwaarde; in beide gevallen zal het belastbaar dividend worden gecompenseerd door de vermindering van het boekhoudkundig resultaat die uit de boeking van de waardevermindering of minderwaarde voortvloeit.

Wel belastingheffing bij aanrekening op belastingvrije reserves

Daarentegen is er wel een verhoging van het belastbaar inkomen wanneer de vernietiging van de verkregen aandelen wordt geboekt ten laste van voorheen vrijgestelde reserves. Door het schenden van de voorwaarde van onaantastbaarheid worden de voornoemde vrijgestelde reserves immers belastbaar (als uitgekeerd dividend).

Hetzelfde doet zich voor wanneer:

  • verkregen eigen aandelen, bij hun verkrijging of nadien, van rechtswege nietig worden;
  • de vennootschap, die eigen aandelen in haar bezit heeft, wordt ontbonden;
  • de vennootschap eigen aandelen verkrijgt na haar ontbinding,

zonder dat, in elk van die gevallen, de vennootschap overgaat tot vernietiging van de eigen aandelen.

Impact op het tarief van de vennootschapsbelasting

De inkoop van eigen aandelen kon tot gevolg hebben dat de inkopende vennootschap ingevolge de dividenduitkering niet langer voldeed aan de voorwaarden om te genieten van het verlaagd tarief (cf. 13%-regel). Gelukkig werd deze regel opgeheven met ingang van aanslagjaar 2019.

Gevolgen voor gestort vermogen

Het vermogen wordt verminderd met het deel daarvan dat door de verkregen aandelen wordt vertegenwoordigd, en dit op het ogenblik van de inkoop (artikel 188, eerste lid WIB 92).

Dit gebeurt ongeacht of de inkoop van eigen aandelen vennootschapsrechtelijk gepaard gaat met een kapitaalvermindering.

Deze bepaling houdt in dat voornoemd deel van het gestorte vermogen later niet meer in mindering kan worden gebracht van als uitgekeerde dividenden te belasten uitkeringen naar aanleiding van een nieuwe inkoop van eigen aandelen of een gehele of gedeeltelijke verdeling van het maatschappelijk vermogen.

De vermindering wordt ongedaan gemaakt bij latere vervreemding van de eigen aandelen.

Fiscale lot van de dividenden m.b.t. de verkregen aandelen

Onverminderd de vennootschapsrechtelijke regels (bv. de opschorting van de rechten verbonden aan de ingekochte aandelen of uitdeling ten behoeve van de niet-geschorste aandelen, cf. artikel 622, § 1, lid 2 W.Venn.) blijven op fiscaal vlak de reguliere regels van toepassing.

Dit is het gevolg van het feit dat de fiscus geen ‘derde’ is en zij de realiteit moet belasten, ook al is die tot stand gekomen met schending van wettelijke bepalingen.

De inkomsten (dividenden) die aan de eigen aandelen in portefeuille worden betaald of toegekend mogen als definitief belaste inkomsten (dbi) worden afgetrokken.(artikel 202, § 1, 1° WIB 92).

De in voorkomend geval ingehouden rv is om dezelfde reden verrekenbaar.

Meerwaarde – minderwaarde bij de verkoop van de eigen aandelen

De meerwaarde gerealiseerd bij de vervreemding van de ingekochte eigen aandelen, komt in aanmerking voor de vrijstelling van meerwaarden op aandelen.

De minderwaarde wordt als uitgekeerd dividend (en niet als een verworpen uitgave) toegevoegd bij het fiscaal resultaat.

Noteer dat er bij vervreemding met meerwaarde of aan aankoopprijs geen rv verschuldigd is omdat er geen verarming is in hoofde van de vennootschap. De ingehouden rv mag worden teruggestort aan de verkopers.

Bij de vervreemding met verlies of bij vernietiging van de aandelen is er roerende voorheffing verschuldigd ten belope van het verlies, met een maximum van de inkoopprijs minus het gestort kapitaal.

Fiscale gevolgen in hoofde van de aandeelhouder

Natuurlijke persoon

Voor een aandeelhouder-natuurlijke persoon werkt de roerende voorheffing op het dividend bevrijdend.

Vennootschappen

Voor vennootschappen is de verkregen inkoopbonus (dus eigenlijk de meerwaarde) een dividend dat voor dbi-aftrek in aanmerking komt.

Published On: 9 september 2019 / Categories: Geen categorie, Inkoop eigen aandelen, Vennootschapsbelasting /